Ik las onderstaande tekst van Patricia Kaersenhout en dacht aan wat Caren van Herwaarden ooit heeft geschreven. Beide vrouwen zijn kunstenaar, ze verschillen in komaf en leeftijd. Ze maken heel verschillend werk. Kaersenhout is als kind van Surinaamse ouders opgegroeid in Den Helder (de rest van de straat was wit). Caren Herwaarden is opgegroeid in Tilburg en zij is wit. Kaersenhout stelt haar ontwikkeling als kunstenaaar centraal: ontwikkeling is haar stijl zou je kunnen zeggen. Van Herwaarden bestudeert de mens als naaste én als deel van de groep of van de massa.
Dit schrijft Patricia Kaersenhout:
'Hier bestaat alleen in relatie tot daar.
Als kind dacht ik dat de sterren aan de hemel gaten in de lucht waren, waardoor het licht van een andere wereld scheen. Ik fantaseerde dat er duizenden ogen door die gaten naar mij keken.
’s Nachts wanneer iedereen in huis sliep stond ik zachtjes op en verkleedde me. Ik speelde stille toneelstukjes waarin ik alle rollen had en al die tijd was ik mij ervan bewust dat ik bekeken werd, maar ik deed net alsof ik het niet doorhad.
Zo fietste ik ook overdag over straat. Wetende dat duizenden ogen vanuit de lucht mij bekeken en iedere handeling die ik deed nauwlettend in de gaten hielden. Ik vond het een prettig gevoel om bekeken te worden door die andere wereld. Het maakte dat ik me speciaal voelde, anders dan anderen, want het was een geheim dat alleen ik deelde met die andere wereld.'
Zij geeft er deze verklaring aan:
'In werkelijkheid waren het de ogen van de mensen om ons heen, waarvoor wij vreemdelingen waren, anders dan de rest in de Nederlandse straat waar wij woonden. Ik prijs mezelf gelukkig met mijn kinderlijke fantasie.'
En dit schrijft Caren van Herwaarden:
'Ik herinner me nog goed hoe het voelde om als kind het idee te hebben dat God mij vanuit de hemel gadesloeg. Ik voelde me meer begeleid dan bespied door die blik (behalve als ik iets deed dat niet mocht). Ik vond het een geruststellend idee dat ik niet alleen was. Ik had een manier om na te gaan of Hij nog wel oplette: ik volgde Zijn blik en zag mezelf en de andere kinderen.'
En ze vervolgt:
'Ik kijk nog altijd zo, via een soort satelliet eigenlijk. Dan vraag ik me af wat een god zou zien, of een vogel. In ieder geval een Hoog Oog. Het lijkt een rare tic maar het is voor mij een manier om verbanden te zien. Om te weten waar ik sta ten opzichte van de anderen, om mezelf te kunnen plaatsen, te relativeren.
Door dit vogelvluchtperspectief zie ik mensen in veelvoud, de bewegingen die ze maken vormen patronen. Het zijn vooral menselijke gedachten, angsten of driften die mij de aanzet voor zulke vormen geven. De vorm die tot stand komt gedraagt zich als één lichaam met een eigen choreografie.'
Duizenden ogen houden de kleine Patricia (1966) in de gaten, het Hoge Oog van de kleine Caren (1961) doet precies hetzelfde. Kaersenhout noemt het een geheim, Van Herwaarden een rare tic. Kaersenhout vond het een prettig gevoel om bekeken te worden en Herwaarden vond het geruststellend dat ze niet alleen was. Hier bestaat alleen in relatie tot daar, schrijft Kaersenhout, Van Herwaarden heeft de tic nodig om zichzelf te kunnen plaatsen.
Kaersenhout speelde als kind toneelstukjes en Van Herwaarden herkent op deze manier nog steeds patronen of vormen. Ze noemt het choreografie.
Het gaat mij vooral om de overeenkomsten. Van Herwaarden heeft het over God, dat aspect laat Kaersenhout geheel buiten beschouwing.
Dit schrijft Patricia Kaersenhout:
'Hier bestaat alleen in relatie tot daar.
Als kind dacht ik dat de sterren aan de hemel gaten in de lucht waren, waardoor het licht van een andere wereld scheen. Ik fantaseerde dat er duizenden ogen door die gaten naar mij keken.
’s Nachts wanneer iedereen in huis sliep stond ik zachtjes op en verkleedde me. Ik speelde stille toneelstukjes waarin ik alle rollen had en al die tijd was ik mij ervan bewust dat ik bekeken werd, maar ik deed net alsof ik het niet doorhad.
Zo fietste ik ook overdag over straat. Wetende dat duizenden ogen vanuit de lucht mij bekeken en iedere handeling die ik deed nauwlettend in de gaten hielden. Ik vond het een prettig gevoel om bekeken te worden door die andere wereld. Het maakte dat ik me speciaal voelde, anders dan anderen, want het was een geheim dat alleen ik deelde met die andere wereld.'
Zij geeft er deze verklaring aan:
'In werkelijkheid waren het de ogen van de mensen om ons heen, waarvoor wij vreemdelingen waren, anders dan de rest in de Nederlandse straat waar wij woonden. Ik prijs mezelf gelukkig met mijn kinderlijke fantasie.'
En dit schrijft Caren van Herwaarden:
'Ik herinner me nog goed hoe het voelde om als kind het idee te hebben dat God mij vanuit de hemel gadesloeg. Ik voelde me meer begeleid dan bespied door die blik (behalve als ik iets deed dat niet mocht). Ik vond het een geruststellend idee dat ik niet alleen was. Ik had een manier om na te gaan of Hij nog wel oplette: ik volgde Zijn blik en zag mezelf en de andere kinderen.'
En ze vervolgt:
'Ik kijk nog altijd zo, via een soort satelliet eigenlijk. Dan vraag ik me af wat een god zou zien, of een vogel. In ieder geval een Hoog Oog. Het lijkt een rare tic maar het is voor mij een manier om verbanden te zien. Om te weten waar ik sta ten opzichte van de anderen, om mezelf te kunnen plaatsen, te relativeren.
Door dit vogelvluchtperspectief zie ik mensen in veelvoud, de bewegingen die ze maken vormen patronen. Het zijn vooral menselijke gedachten, angsten of driften die mij de aanzet voor zulke vormen geven. De vorm die tot stand komt gedraagt zich als één lichaam met een eigen choreografie.'
Duizenden ogen houden de kleine Patricia (1966) in de gaten, het Hoge Oog van de kleine Caren (1961) doet precies hetzelfde. Kaersenhout noemt het een geheim, Van Herwaarden een rare tic. Kaersenhout vond het een prettig gevoel om bekeken te worden en Herwaarden vond het geruststellend dat ze niet alleen was. Hier bestaat alleen in relatie tot daar, schrijft Kaersenhout, Van Herwaarden heeft de tic nodig om zichzelf te kunnen plaatsen.
Kaersenhout speelde als kind toneelstukjes en Van Herwaarden herkent op deze manier nog steeds patronen of vormen. Ze noemt het choreografie.
Het gaat mij vooral om de overeenkomsten. Van Herwaarden heeft het over God, dat aspect laat Kaersenhout geheel buiten beschouwing.
Info
Shoot for the moon. Even is you miss, you’ll land amond the stars.
door Patricia Kaersenhout. Amsterdam 2009
Wakaman, drawing lines - connecting dots
Contemporary Art, Suriname
Pagina 107
Vlek wordt Mens
door Caren van Herwaarden
De uitgave is mogelijk gemaakt door het Stedelijk Museum Roermond ter gelegenheid van de expositie ‘Het lichaam draagt’
2004
Pagina 07, 08
Links
http://www.kaersenhout.com/
http://www.cvanherwaarden.nl/