zaterdag 12 september 2009

Odilon Redon (1)

De mooiste werkjes van Odilon Redon tref ik aan op de tweede verdieping van het Van Gogh Museum. De tentoonstelling Meesterwerken uit de collectie van Andries Bonger bevindt zich op de derde en tweede verdieping.
Het gaat me om twee van de zeven litho's uit de serie Spookhuis. De details vind ik het mooist, op de ene litho is het de ronde trap en dito leuning, op de andere litho het ronde tafeltje. De sfeer doet me denken aan de intimistische tekeningen van Xavier Mellery, maar er is een groot verschil: in de noirs van Redon speelt het macabere op de een of andere manier een grote rol, in het werk van de jongere Mellery is er eerder sprake van berusting.
In 1900 heeft Redon zijn laatste noir gemaakt. Toen was de zwarte periode voorbij en brak er een andere periode aan waarin hij onder andere prachtige pastels heeft gemaakt. Ook in zijn bloemstukken is er nog iets te zien van dat sprankelende kleurgebruik. Maar in die zwarte periode maakt hij intrigerend werk. Karl Joris Huysmans heeft het volgende over Redon geschreven in een boek dat beroemd is geworden. Dat boek heet Au rebours (1884), in het Nederlands Tegen de keer, vertaald door Jan Siebelink in 1970.
Het is de bijbel van de decadenten en de symbolisten geworden. Ik citeer: Deze tekeningen waren niet in een categorie onder te brengen; de meeste overschreden de grenzen van de schilderkunst en schiepen een nieuw soort fantastische kunst: die van ziekte en waanzin. Het Portret van Dorian Gray van Oscar Wilde is er een afgeleide van en dat is in 1890 geschreven.
Maar ik dwaal af, ik wil eigenlijk een link leggen met het werk van een hedendaags kunstenaar. Kunstenares moet ik zeggen, ze heet Liesje van den Berk en ze heeft in eigen beheer een boekwerk gepubliceerd.
Fata Morgana van Rust, dat is de titel. Het heeft ogenschijnlijk niets met de noirs van Redon te maken maar toch. De tentjes die in de tekeningen en in de installaties of performances van Van den Berk voorkomen laten het hoofd juist niet zien. Het hoofd wordt aan het gezicht onttrokken.
Waar Redon zich liet leiden door Polyphemus of door de Cycloop, het hoofd dat oog is geworden en het oog dat alles waarneemt en zich bewust is van de duistere, macabere en mysterieuze kanten van ons bestaan, daar verbergt Van den Berk het hoofd van haar personages.
Zij wil de realiteit niet bekijken en doorgronden, nee, zij wil zich aan de beeldenstorm van ons multimediale tijdperk onttrekken. Ze trekt zich terug.
De hoofden van haar getekende of niet getekende (maar gefotografeerde) personages bevinden zich in een tentje. Een tentje zoals we ons een tentje voorstellen: een dak boven ons hoofd. Niet meer, niet minder. Het is de eenvoud die haar werk zo krachtig maakt. We leven niet meer in de negentiende eeuw, we leven in het nu waarin we iedere dag worden gebombardeerd met nieuwe beelden die alleen maar herhalen wat we al weten.
Is het niet genoeg elke gedachte slechts één keer te denken? Dit vraagt Miriam Schumacher zich af op pagina drie.
Is het niet genoeg om een beeld maar een keer te zien? Of slechts één thema te herhalen? Dat lijkt Van den Berk zich af te vragen. Een belangrijke vraag lijkt me, zeker in onze tijd. Ze hebben trouwens iets komisch, deze tekeningen. Zie de tekeningen op haar website.

Dit is haar boek dat je als je een tentje kunt openklappen en neerzetten. Het boek als beeld, als beeldspraak in optima forma.

Links

Info
  • Fata Morgana van Rust, Liesje van den Berk, 2009 (uitgegeven in eigen beheer)