Yael Bartana, Inferno, 2014, single channel DCP video 22 min.
Courtesy Annet Gelink Gallery, Amsterdam
Als beekjes stromen ze vanaf de heuvels naar de kom van het dal: zo komen de groepjes mensen samen in de grotesk uitvergrote tempel die een kopie is van de oude tempel van Salomo en nu voor derde keer wordt opgebouwd: nog dit jaar is hij klaar en wordt hij ingewijd, zogenaamd in de miljoenenstad São Paulo.
Het is een prachtig beeld: de mensen die uit hun huizen van een immens grote
stad worden gelokt en zich als pelgrims verzamelen in het Hoge Huis van de Almachtige:
daar waar afzonderlijke mensen één worden en opgaan in de massa. De
verhoudingen tussen de tempel en de mens worden geaccentueerd door het eerste
beeld dat we te zien krijgen van het interieur van deze tempel: een jongetje
doet een paar passen in deze torenhoge ruimte en kijkt bewonderend
omhoog. Het licht in de tempel is sereen: hier heerst zuiverheid.
De verwachtingen die we even later van de gezichten van
de aanwezigen aflezen, lijken vervuld te worden tijdens de inwijding van het
gebouw. Het geluid van de sjofar klinkt. De menigte die bestaat uit mannen,
vrouwen en kinderen, is een feest voor het oog: de witte gewaden, de hoofden getooid met groente en fruit, de geiten en runderen
voorzien van bloemenkransen. De traagheid van de beelden accentueert het
plechtige moment, de groeiende hoop en de stille verwachting (denk aan de
verstilde beelden van Bill Viola). Gewijde objecten dalen af uit de
hemel. Drie helicopters komen in beeld:
ze zijn op weg naar de tempel. Een zevenarmige kandelaar (menora) bengelt aan
een kabel. De dienst begint. Zij die in zijn naam verzameld zijn, kijken
verwachtingsvol naar de zwarte hogepriester die het ritueel leidt. De camera
zoomt in op zijn expressieve gezicht. Dan zwenkt de camera en zoomt in op de
vleugels (van de onzichtbare cherubs) en zie je dat de was tussen de
vleugelpennen smelt. Het materiaal lijkt op goud, op het goud van het ooit
aanbeden kalf. Het goud smelt en wordt was. Wat er dan gebeurt laat zich raden.
Woede maakt zich kenbaar, de woede van een naijverige God.
Yael Bartana, Inferno, 2014, single channel DCP video 22 min.
Courtesy Annet Gelink Gallery, Amsterdam
Inferno (2013) is een
mix van gedramatiseerde fictie en gefingeerde actualiteit. Deze korte film
van Yael Bartana wordt vertoond op een groot doek, in zaal 1.9 van het Stedelijk
Museum van Amsterdam. In hetzelfde museum – maar op de vorige en tijdelijke
locatie van dit museum – heb ik in 2006 het werk van Shirin Neshat voor het
eerst gezien. Ook toen was ik volkomen verrast door wat ik zag. Immers, in
het werk van Neshat draait het eveneens om rituelen, om de kracht van de groep
en het mysterie van de gewijde handeling. Bill Viola heb ik al even genoemd:
hij staat in zijn werk stil bij belangrijke ogenblikken in het leven, van het
individu én van de gemeenschap (het collectieve geheugen). En ook het werk van
Viola heeft me destijds overrompeld. Trouwens, je zou het inmiddels een
stroming kunnen noemen: kunstenaars die
zich bezighouden met het ritueel als onderwerp van videofilms en foto's. Het
begint als een beekje en groeit uit tot een stroming. Persoonlijk en lokaal
gebonden onderwerpen worden universele thema’s.
Misschien dat deze film van tweeëntwintig minuten wel de
essentie van geloven betrapt, want wat is namelijk het geval: a) Mensen geven
gehoor aan een bevel van hogerhand. b) Ze verlaten de beslotenheid van hun
huizen en ze zoeken de straten op om te gaan naar een andere vorm van
beslotenheid. c) Ze komen samen, ze vieren aanbidding: in een groter verband,
in een groter en vooral hoger huis. d) Ze streven naar eenwording.
Bartana bestempelt hun geloof echter als goddeloos - het
is immers niet het Joodse volk dat hier een tempel bouwt maar een moderne
Pinkstergemeente in Rio di Janeiro (niet in São Paulo) - en ze laat
een deus ex machina dood en verderf zaaien onder de naïeve gelovigen. Na deze
dramatische ontknoping zien we een klaagmuur: die van Jeruzalem, al staat deze
replica in Rio di Janeiro. Een geruststellend plaatje zo te zien,
met toeristen, relisouvenirs en een namaakJezus. In dit opzicht levert Bartana
kritiek op de idolatrie van mensen die iets of iemand aanbidden.
Yael Bartana, Inferno, 2014, single channel DCP video 22 min.
Courtesy Annet Gelink Gallery, Amsterdam
Van een wonderbaarlijke schoonheid is deze film. Bartana
laat ons genieten van dood en verwoesting. We zien een jongeman voorbij rennen:
zijn gewaad staat in lichterlaaie. We zien pelgrims in peilloze diepten vallen en
voorgoed verdwijnen. We horen het gedruis van een ineenstortend gebouw. We
verbeelden ons dat we het stof op onze tong proeven. Alles – zo lijkt het –
wordt uit de kast gehaald om het drama dat hier plaatsvindt te intensiveren. Er
wordt niets uitgelegd. Het gaat om het effect. Dat geldt ook voor de
hogepriester, een rol die wordt vertolkt door een zwarte man. Hij komt drie keer
heel nadrukkelijk in beeld; de eerste keer zoomt de camera in op zijn gezicht:
zijn ogen absorberen de massa. De tweede keer zie je zweetdruppels op zijn
gezicht verschijnen. De derde keer is het geen close-up, je ziet hem als enige
door de verlaten tempel schrijden. Hij waant zich overlevende. De volgende
scene laat ons zien hoe de tempel instort en moet ik heel even aan de
Oudtestamentische richter Simson denken.
Misschien wordt dat gevoel van schoonheid wel opgeroepen
door de uitgebalanceerde fotografie en de dito enscenering (mise-en-scene).
Maar net als in aantal schilderijen van Caravaggio is er sprake van een morbide
onderstroom die niemand zal ontgaan. Sommige toeschouwers staan op en verlaten
abrupt de (film)voorstelling. Want: waar kijk je eigenlijk naar? Naar een
moderne sekte die een oudtestamentisch ritueel imiteert en als zodanig door de
regisseur wordt gepersifleerd – denk aan het wit van de gewaden, de kleurrijke
hoofdtooisels, de naïeve imitatie van de oogstfeesten – maar
tijdens het gebed (kaddesj) wordt afgestraft door de naijvere Jahwe? Heel
verwarrend. Bovendien lijkt de videoproductie op een documentaire, een
documentaire met een boodschap, een boodschap van boven. Kortom: beeldretoriek alom.
Nog lastiger is dit: Waar ligt de grens tussen fictie en actualiteit? De
tempel staat niet in São Paulo maar in Rio di Janeiro. De film is gemaakt in 2013 maar in de titel vooraf wordt het jaar 2014 vermeld.
Het ís nu 2014. Bovendien is het gegeven op zich ongeloofwaardig: een of
andere christelijke sekte die een Joodse tempel nabouwt. De tempel zou dit jaar
voltooid moeten worden.
Op die vraag heb ik natuurlijk geen antwoord, daar
gaat het ook niet om. Het is eerder zo dat Bartana ons een spiegel voorhoudt:
waar houdt geloof op en begint fictie? Of is er geen verschil?
Tenslotte dit: wat fotografie betreft lijken de scenes (zeker de close-ups) tijdens de ineenstorting
van de tempel op de theatrale schilderijen van Caravaggio, de zestiende-eeuwse
schilder die beroemd is geworden door zijn toepassing van het clair-obscur:
grote contrasten tussen lichte en donkere partijen die het drama van de scenes benadrukken.
Af en toe lijkt het alsof je naar een pietà of een stilleven van Caravaggio zit
te kijken. Stilleven mag je dan letterlijk opvatten, want uit de mensen die er deel
van uitmaken, is het leven inmiddels geweken.
De film is nog tot half juni te zien.
Hij behoort niet tot de collectie van het Stedelijk Museum.
link
De
film gemaakt in opdracht van het Pérez Art Museum, Miami en 19de
Sydney Biënnale (2013). En is mede
mogelijk gemaakt door Contemporary Art Partners, New York en het Mondriaan
Fonds.
Met
dank aan het Stedelijk Museum en Annet Gelink Gallery, Amsterdam
Ook voor de afbeelding op de achtergrond van deze blog geldt het volgende onderschrift:
Yael Bartana, Inferno, 2014, single channel DCP video 22 min.
Courtesy Annet Gelink Gallery, Amsterdam