woensdag 28 mei 2014

Het Puttertje - Donna Tartt (Het Geheim - 1)


Hoe ontstaat schuld? Door het maken van een menselijke fout? Door het blindelings uitvoeren van een opdracht? Door een geheim te koesteren? Domweg door het gemis van een geliefd persoon? Door verliefdheid?  Tijdens het lezen van Het Puttertje van Donna Tartt mag de lezer mag zijn eigen conclusies trekken.

De gebeurtenis waarbij Theo zijn moeder verliest, hij in opdracht van een onbekende man een schilderij steelt en hij verliefd wordt op het meisje dat deze man vergezelt, leidt tot een jarenlange impasse en vormt allengs een onontwarbare kluwen van schuldgevoelens en een moeizame queeste naar verlossing: alcohol en drugs bieden tijdelijke verlichting.
Van de explosie in het museum hoort Theo jarenlang de echo’s: vooral op emotioneel gebied. Geestelijk is hij een wrak en hij snakt naar verlossing. Koortsig zoekt hij zijn weg door het leven. In Amsterdam wacht hij zijn vonnis af – als was het een proces – en daar begint en eindigt deze roman. In dit verhaal wordt Theo – de hoofdpersoon – Potter genoemd en wel door iemand die zijn tegenpool is: Boris is Rus en kosmopoliet. En hij is zijn beste vriend (als jongen, als man).
Boris is ook de man die de boetedoening van Theo mogelijk maakt. Theo koestert namelijk het voorwerp van zijn schuld: het enige nog bestaande schilderij van Fabritius. De opdracht om het schilderij mee te nemen uit het ingestorte museum kreeg hij als kind – hij voelde zich een met de man die hem de opdracht gaf –,  maar hoe hij die opdracht moest invullen kreeg hij niet mee. Hij bewaart de schat - Het Puttertje -  maar hij doet er verder niets mee. Boris echter steelt de schat en maakt er tenslotte winst mee: ook nog op een acceptabele manier, zelfs voor Theo. Typisch iets voor Boris: hij steelt je hart, hoe dan ook. Boris heeft het in zijn slordige slotrede – een met opzet gebrekkige variant op de rede van de Grootinquisiteur? – over goed en kwaad en de gelijkenis van de rentmeester uit het Nieuwe Testament (denk ook aan Tolstoi): hij maakt er zijn eigen verhaal van. Maar de essentie heeft Boris wel begrepen. Theo heeft er niets mee gedaan, hij heeft Het Puttertje gestolen en vervolgens opgeborgen. Jarenlang. Hoe dat kan? Omdat hij er een geheim van heeft gemaakt. Het tekent Theo: hij verbergt zonder te sparen – als een onvervalste puritein – en wordt vervolgens gekweld door schuldgevoelens maar de verleiding om de schat – nog wel ongezien! –  te bewaren is te groot. Hij ontleent er zijn bestaan aan (dat meent hij tenminste).
Hoe kan boetedoening plaatsvinden? Allereerst door het geheim prijs te geven, meerdere geheimen zelfs. Dat moet hij zelf invullen. Dat doet Theo ook. Hij zoekt de mensen op die hij heeft bedrogen. Zo koopt hij zijn schuld af.

Op wikipedia lees ik dit: Vaak werd distelvinken een kunstje geleerd: met een emmertje moesten ze zelf hun drinkwater putten uit een bakje of glas. Daaraan dankte het vogeltje ook zijn bijnaam: puttertje.

Beknopter kan de roman niet worden samengevat. Een puttertje als metafoor. Wellicht is deze zin een belangrijke inspiratiebron voor deze roman geweest. Tartt mag het zeggen.

links