Hoe ontstaat schuld? Door het maken van een menselijke fout? Door het
blindelings uitvoeren van een opdracht? Door een geheim te koesteren? Domweg door het
gemis van een geliefd persoon? Door verliefdheid? Tijdens het lezen
van Het Puttertje van Donna Tartt mag de lezer mag zijn eigen
conclusies trekken.
De gebeurtenis waarbij Theo zijn moeder verliest, hij in opdracht van een
onbekende man een schilderij steelt en hij verliefd wordt op het meisje dat
deze man vergezelt, leidt tot een jarenlange impasse en vormt allengs een
onontwarbare kluwen van schuldgevoelens en een moeizame queeste naar
verlossing: alcohol en drugs bieden tijdelijke verlichting.
Van de explosie in het museum hoort Theo jarenlang de echo’s: vooral op
emotioneel gebied. Geestelijk is hij een wrak en hij snakt naar verlossing.
Koortsig zoekt hij zijn weg door het leven. In Amsterdam wacht hij zijn vonnis af – als
was het een proces – en daar begint en eindigt deze roman. In dit verhaal wordt Theo – de hoofdpersoon – Potter genoemd
en wel door iemand die zijn tegenpool is: Boris is Rus en kosmopoliet. En hij
is zijn beste vriend (als jongen, als man).
Boris is ook de man die de boetedoening van Theo mogelijk maakt. Theo
koestert namelijk het voorwerp van zijn schuld: het enige nog bestaande
schilderij van Fabritius. De opdracht om het schilderij mee te nemen uit het
ingestorte museum kreeg hij als kind – hij voelde zich een met de man die hem
de opdracht gaf –, maar hoe hij die opdracht moest invullen kreeg hij
niet mee. Hij bewaart de schat - Het Puttertje - maar
hij doet er verder niets mee. Boris echter steelt de schat en maakt er
tenslotte winst mee: ook nog op een acceptabele manier, zelfs voor Theo.
Typisch iets voor Boris: hij steelt je hart, hoe dan ook. Boris heeft het in zijn slordige slotrede – een met opzet gebrekkige
variant op de rede van de Grootinquisiteur? – over goed en kwaad en de gelijkenis van de
rentmeester uit het Nieuwe Testament (denk ook aan Tolstoi): hij maakt er zijn
eigen verhaal van. Maar de essentie heeft Boris wel begrepen. Theo heeft er niets mee gedaan,
hij heeft Het Puttertje gestolen en vervolgens opgeborgen.
Jarenlang. Hoe dat kan? Omdat hij er een geheim van heeft gemaakt. Het tekent
Theo: hij verbergt zonder te sparen – als een onvervalste puritein – en wordt
vervolgens gekweld door schuldgevoelens maar de verleiding om de schat – nog
wel ongezien! – te bewaren is te groot. Hij ontleent er zijn bestaan aan
(dat meent hij tenminste).
Hoe kan boetedoening plaatsvinden? Allereerst door het geheim prijs te
geven, meerdere geheimen zelfs. Dat moet hij zelf invullen. Dat doet Theo ook. Hij zoekt de
mensen op die hij heeft bedrogen. Zo koopt hij zijn schuld af.
Op wikipedia lees ik dit: Vaak werd distelvinken een kunstje
geleerd: met een emmertje moesten ze zelf hun drinkwater putten uit een bakje
of glas. Daaraan dankte het vogeltje ook zijn bijnaam: puttertje.
links