dinsdag 29 juli 2014

Droomkunst - Singer Laren

Otto Egberts, Het ontstaan van een beeld, 1988, krijt op papier, 
29,8 x 30 cm, particuliere collectie

Wil je een boeiende tentoonstelling zien die in veel opzichten afwijkt van wat je doorgaans te zien krijgt als er ergens een collectie van een verzamelaar wordt gepresenteerd, dan moet je naar Singer in Laren gaan. Daar is een deel van de kunstverzameling van Gerard van Wezel te zien. Een man die in de zeventiger jaren van de vorige eeuw is begonnen met het verzamelen van kunst uit het fin de siècle van omstreeks 1900. Het werk van kunstenaars als Jan Toorop, Richard Roland Holst, Antoon Derkinderen trokken zijn aandacht en met het werk van Willem Adriaan van Konijnenburg – Krijgsdans (ca. 1919) –  is de verzameling eigenlijk begonnen. In de jaren negentig vielen hem overeenkomsten op tussen bovengenoemde kunstuitingen en die van zeg honderd jaar later. En dan hebben we het over kunstenaars als Erwin Olaf, Danielle Rosemarie Kwaaitaal en Ruud van Empel maar ook andere kunstenaars die wellicht  minder bekend zijn. Deze kunstenaars en een aantal tijdgenoten bedienen zich soms van dezelfde technieken (olieverf, pastel, houtskool) of van heel andere technieken, zoals fotografie als zelfstandige kunstvorm waarbij verregaande bewerking van de opnamen een belangrijke rol speelt.

De tentoonstelling is ingedeeld naar thema’s, dat is opzettelijk gedaan omdat de verzameling bij Gerard van Wezel thuis ook zo is ingedeeld. In Singer zijn er zeven thema’s gekozen: van Paradijselijke stemmingen tot Bezielde werkelijkheid
Veel werk dat ik hier – en in het verleden elders – heb gezien van kunstenaars die men symbolisten noemt, vind ik niet uitgesproken mooi. Maar er staat wel iets tegenover: de kunstwerken fascineren of verontrusten, ze laten angsten zien en nachtmerries komen tot leven. Hallucinaties zijn hier kind aan huis. Vaak overheersen de duistere tinten in een schilderij, denk aan het werk van Eduard Karsen die zover gaat in zijn schilderijen dat je het landschap nauwelijks kunt onderscheiden van de avondhemel (Haven-nocturne en Tuin bij nacht, Groenoord). Het tegenovergestelde kan ook: de schilder laat het landschap baden in een onwerkelijk licht. Rob Johannesma en Janus de Winter zijn er voorbeelden van.


Erwin Olaf, Tsarina Alexandra † 1918 (uit de serie Royal Blood), 2000, 
lambda print, 146 x 125 cm, Courtesy Flatland Gallery, 
Amsterdam, particuliere collectie

Mensen worden vaak afgebeeld als schim of geest. Of onthoofd (Salome). Of in klederdracht (Marken van Xavier Mellery) of overdressed (de Tsarina Alexandra van Erwin Olaf). Gehuld in water (Ophelia). Of als karikatuur of allegorie (Jan Toorop). 
Soms lijkt de tijd stil te staan: De duivel in de Delta, een pastel van Hessel Miedema is in 1999 gemaakt, maar het zou door een geestverwant van Alfred Kubin (1877–1959) gemaakt kunnen zijn. Ook Zonsondergang, een ongedateerd werk van Han Bayens (1876 – 1945), vertoont overeenkomsten met het werk van Kubin, die trouwens in 1959 is overleden maar zijn beste werk net na 1900 heeft gemaakt. Net als Wittte Loper uit de serie Chessmen (1988) van Erwin Olaf. Het is de sfeer die Edgar Allan Poe in zijn verhalen oproept of de even bizarre als morbide wereld die Alfred Kubin in zijn (enige) roman heeft beschreven: Die andere Seite

Gemoedsaandoeningen komen vaak voor: Extase (denk aan het gelijknamige werk van Louis Couperus) of Contemplatie (Frans Stamkart), Psyche en Psyche's Triomf (Karel de Bazel), Krijgsdans (Willem Adriaan van Konijnenburg), Dodendans (Franz Stamkart, P.H. van Moerkerken), Separation (Erwin Olaf). Bepaalde eigenschappen staan ook in de belangstelling: Vanitas (Lena ten Bosch, Peter Miedema), Die Sinnlichkeit (Franz von Stuck). Denker (Herman Bieling). Bij voorkeur geschreven met hoofdletter als verwijzing naar de allegorie.
Een bokaal van Carolein Smit trekt onmiddellijk de aandacht: het is een prachtig werk dat de jacht op de dieren op nagenoeg kitscherige wijze persifleert. Hier is het dier de koning (x 3), niet de jager. Ondergebracht onder het  thema: religie en mystiek.
 
Janus van Zeegen, Zeegewas, 1914, olieverf op paneel, 
58,5 x 50,5 cm, particuliere collectie

Het welige leven in de diepte der zee van Janus van Zeegen trekt je de afgrond van de oceaan in; de schilder hield blijkbaar van die mysterieuze diepten. Veel van zijn werken gaan over dit onderwerp. Koraalgewas en ZeegewasDe wonderen van de diepzee, Het fantastische welige-plantenleven in de grotezeewater aquaria verwijzen ernaar. Zijn werk is rijk vertegenwoordigd in deze verzameling: ik tel er dertien in de catalogus.
En het werk van Hans Miedema Landschap met bloem doet sterk denken aan de zogenaamde noirs van Odilon Redon. En een wonderbaarlijk mooi beeld is dat Otto Egberts. Dit is de titel: Het ontstaan van een beeld. Het is gemaakt in 1988. De geest uit de fles? Gebeurt dat zo? Ik wil het graag geloven.

Levi van Veluw, Landscape I, lambda print, particuliere collectie, 
Courtesy Galerie Ron Mandos, Amsterdam

Het werk van Levi van Veluw doet onmiddellijk denken aan twee zeer verschillende kunstenaars: Arcimboldo en Juul Kraijer. Arcimboldo was een schilder uit de zestiende eeuw die schilderijen maakte die bestaan uit vruchten,  bloemen, zaden, bladeren, bomen, takken en twijgjes. Je bent wat je eet, zou je erbij kunnen denken. Een allegorie dus. Dit is het portret van keizer Rudolf II (1552 – 1612). Zie linkje onderaan de pagina.

Werk van Juul Kraijer heb ik gemist op de tentoonstelling maar het kan zijn dat het te duur is (of het hangt nog bij Gerard van Wezel thuis) want ook in haar werk komt hetzelfde thema voor: het menselijk lichaam gaat over in een landschap (of schept het landschap het lichaam?). Werk van Desiree Dolron en van Nik Christensen zou in deze collectie niet misstaan.
Misschien is similisme wel een mooie omschrijving voor deze moderne variant op het negentiende-eeuwse symbolisme: de kunstwerken die hier hangen lijken immers op de symbolistische werken van pakweg een eeuw geleden maar ze geven er wel een eigentijdse draai aan: zowel wat thematiek als wat beeldtaal betreft. 

Sinds 2004 ben ik op zoek naar kunstwerken die ik onder deze noemer kan brengen. Juul Kraijer heeft me op het idee gebracht; dit schrijft ze in 2004 over haar eigen werk: ‘Afbeeldingen van reële situaties zijn de tekeningen in geen geval. Veeleer zijn het belichaamde gemoedstoestanden. De getekende lichamen zijn naakt maar neutraal. Geen vlees maar vehikel. Ze blijven binnen het domein van de geest.’ (uit Simile, Juul Kraijer, 2004). Daarover binnenkort meer onder deze titel: De rite van Ik.

links
Een heel kort filmpje over Alfred Kubin.
bronnen
  • Catalogus Droomkunst 1900 2000
    Geschreven door de verzamelaar Gerard van Wezel, 2014
  • JUUL KRAIJER DRAWINGS met inlegvel SIMILEuitgegeven door Philip Morris Holland B.V., 2004
NB
Op de achtergrond van deze blog is een detail van een schilderij van Janus van Zeegen te zien:  Het welige leven in de diepte der zee, ca. 1918, olieverf op paneel, 81,5 x 65,5 cm, particuliere collectie