All I Ever Really Wanted
Was A Jungle, And A Jungle I Got - Nik Christensen
Vandaag ben ik in Amsterdam en zie ik in de galerie van
Gabriel Rolt een werk hangen met deze titel: All I Ever Really Wanted Was A Jungle, And A Jungle I Got. Het is een van tekeningen in sumi inkt van Nik
Christensen. Gabriel is er niet, Christopher wel, hij heeft een boek over het
werk van deze kunstenaar vormgegeven. We hebben het over deze tekening die me
doet denken aan een schilderij dat doorgaans wordt toegeschreven aan Gustave
Caillebotte (1848 - 1894), al zijn er twijfels over de maker. Titel van het
schilderij is Het bosmeertje (zie
afbeelding). Het museum van Gouda houdt nog even een slag om de arm: Liesbeth
Mulder heeft inmiddels opdracht gekregen om er onderzoek naar te doen. Maar dit
terzijde. Onlangs heb ik dit schilderij gezien in het museum van Gouda, toen ik met
mijn zus de tentoonstelling van Henri Fantin-Latour (1836 – 1904) bezocht. Bijna
hadden we deze schilderijen gemist: die van de Haagse School en van de Franse
school van Barbizon. In de museumwinkel zag ik een kaart van Het bosmeertje liggen en toen we de
kaart wat beter bekeken, vroegen we ons af of we soms iets over het hoofd
hadden gezien. Dat bleek inderdaad het geval te zijn. Prachtige schilderijen
hangen er op de eerste verdieping van de kapel: van Tholen, Daubigny,
Weissenbruch om maar een paar schilders te noemen.
Terug naar Het
bosmeertje. Caillebotte schildert aanvankelijk realistisch, later wordt
zijn manier van schilderen beïnvloedt door wat wij het impressionisme zijn gaan
noemen. Het parasolletje op het schilderij laat ons weten waar de zon vandaan
komt (de donkere wolken accentueren de lichtval), het doekje waar de schilder
aan werkt licht blauw op, al is het blauw op het doekje een ander blauw dan het
blauw aan de hemel. Is de schilder die wordt afgebeeld op het schilderij de
schilder die dit schilderij heeft gemaakt? Dat denk ik al heel gauw. Waarom denk
ik dat? Is het omdat de wolken aan de hemel dezelfde kleur hebben als de kleur
van het parasolletje en van de achtersteven van het bootje? Of wil ik dat graag denken? In ieder geval is
het een uitzonderlijk mooi schilderij, je zou het idyllisch kunnen noemen. Kleurrijk
en tegelijkertijd intiem.
Het bosmeertje - Gustuve Caillebotte
In bovengenoemde tekening (All I Ever Really Wanted Was A Jungle, And A Jungle I Got) heeft de maker iets anders op
het oog. Alles wil groter worden, de planten, de bloemen, zelfs de parasols
lijken eraan mee te doen (ze kunnen zich niet bedwingen), maar de afgebeelde schilder
of tekenaar blijft zichzelf; zijn stoeltje, de rand van zijn hoed en het doek waarop
hij schetst of schildert, bestaan uit min of meer rechte lijnen. Zelfs de
houding waarin de kunstenaar op zijn stoeltje zit is hoekig: statisch –
te midden van extase; concentratie - te midden van overdaad. Het is de reactie
van de kunstenaar op een stroom aan informatie: hij beperkt zich tot een
rechthoekige vorm (de drager).
Don’t sleep on your moon - Nik Christensen
Wat me aan deze tekening (Don't sleep on your moon) opvalt, is dat de lezers allen mannen zijn en dat hun gestalten niet
worden weerspiegeld in het water dat hen min of meer omringt; de bomen wel, de
mannen niet. Wat duidelijk op de voorgrond treedt zijn de repeterende blokpatronen
die zouden kunnen verwijzen naar fotografie (grijswaarden als referentiekader), maar die je ook zo kunt interpreteren;
ze staan voor de derde trap van een reeks metamorfoses: hout wordt papier, papier
wordt boek, boek wordt pixels.
Maar wat zie je op deze tekening? Zes mannen zitten te lezen bij het licht van
de zon (het is dag). De mannen zijn afgescheiden van de rest van de wereld. Ze
zitten in een kring. Op de plaats van het vuur ligt een berg boeken. Het lijkt
alsof de mannen op zoek zijn naar iets. De boeken die ze hebben doorgespit en
waarin ze niets van waarde hebben aangetroffen, hebben ze op de groeiende boekenberg
gesmeten. Wellicht hebben ze haast want de pixels nemen in aantal toe, de
boeken staan op het punt van verdwijnen, net als de mannen zelf. Nog even en
het digitale vuur tast ook de rest van dit beeld aan. Terzijde: misschien moeten vrouwen hen/ons redden, want
die blijven ook hier buiten beeld (net als in het overige werk van
Christensen).
De verwijzing naar Tegen
de keer (1884) van Joris-Karl
Huysmans in het persbericht van Gabriel Rolt komt niet
helemaal uit de lucht vallen. À Rebours is
de bijbel van het symbolisme. En dat symbolisme herken ik wel degelijk in het
werk van Christensen. Al zou ik het liever similisme willen noemen (ikelnot*). En
nu we het toch over dit boek hebben, zou ik de aandacht willen vestigen op de
rol van de macabere oogjes in het werk van Odilon Redon: ze maken deel uit van de
zogenaamde noirs (die in dit boek ook
worden besproken). Misschien zijn de in grijswaarden verspringende blokjes van
Christensen wel de oogjes van Redon. En wat me nu pas opvalt – correctie –,
invalt is dit: het werk van Christensen is beweeglijk, dat van Redon oogt
statisch (even statisch als de bijbel van het symbolisme leest).
* ik kom er later nog op terug
linkjes