Fotograaf Hans Eijkelboom heeft een jaar lang door de Bijlmer gezworven en het resultaat hiervan kunnen we in Centrum voor Beeldende Kunst Zuidoost bekijken. Het zijn strakke foto's geworden, mooie composities en overzichtelijke locaties.
Portretten van mensen en landschappen houdt hij streng gescheiden. Of de locaties zijn het onderwerp van de foto óf de mensen zijn dat. En de mensen heeft hij meer als passanten gefotografeerd dan als bewoners. Op de landschapsfoto’s zie je weliswaar wat figuurtjes lopen maar die dienen vooral om de maat der dingen aan te geven. En de schaal in de Bijlmer is, zoals we weten, erg groot.
Auto's zie je niet, de parkeerplaatsen zijn leeg. Ook het Kwakoefestival heeft hij als lege locatie gefotografeerd, de partytenten en de kraampjes heeft hij op een door-de-weekse dag gefotografeerd want er is geen mens te zien. Tijdens de weekeinden heeft hij de bezoekers wel gefotografeerd maar deze foto’s leggen vooral het accent op hoe ze zich kleden. Ook heeft hij twaalf portretten van winkelende vrouwen genomen die allen een trolley met zich meeslepen. Iets dergelijks heeft hij eerder gedaan en deze fascinerende fotoserie was eind 2007 te zien in Foam onder de titel: Paris – New York – Shanghai.
Voor het overige heeft hij de Bijlmer opvallend positief in beeld gebracht. Hij heeft zowel de oude Bijlmer - wat er van over is - als het vernieuwde Zuidoost gefotografeerd. Ook heeft hij foto’s gemaakt van de flat Develstein tijdens de sloop. Dat kon nog net, want sinds deze week is er alleen nog maar puin te zien.
Portretten van mensen en landschappen houdt hij streng gescheiden. Of de locaties zijn het onderwerp van de foto óf de mensen zijn dat. En de mensen heeft hij meer als passanten gefotografeerd dan als bewoners. Op de landschapsfoto’s zie je weliswaar wat figuurtjes lopen maar die dienen vooral om de maat der dingen aan te geven. En de schaal in de Bijlmer is, zoals we weten, erg groot.
Auto's zie je niet, de parkeerplaatsen zijn leeg. Ook het Kwakoefestival heeft hij als lege locatie gefotografeerd, de partytenten en de kraampjes heeft hij op een door-de-weekse dag gefotografeerd want er is geen mens te zien. Tijdens de weekeinden heeft hij de bezoekers wel gefotografeerd maar deze foto’s leggen vooral het accent op hoe ze zich kleden. Ook heeft hij twaalf portretten van winkelende vrouwen genomen die allen een trolley met zich meeslepen. Iets dergelijks heeft hij eerder gedaan en deze fascinerende fotoserie was eind 2007 te zien in Foam onder de titel: Paris – New York – Shanghai.
Voor het overige heeft hij de Bijlmer opvallend positief in beeld gebracht. Hij heeft zowel de oude Bijlmer - wat er van over is - als het vernieuwde Zuidoost gefotografeerd. Ook heeft hij foto’s gemaakt van de flat Develstein tijdens de sloop. Dat kon nog net, want sinds deze week is er alleen nog maar puin te zien.
De tentoongestelde foto’s laten zich prettig lezen in deze carousselopstelling. Dat is een vondst want het doorbreekt het doorgaans saaie patroon van hoe foto’s worden tentoongesteld.
Als fotograaf heeft hij gekozen voor de rol van passant net als de mensen die hij gefotografeerd heeft. Iedereen is onderweg, op pad, is boodschappen aan het doen of zit een broodje te eten. Ook de keurig geklede kantoorklerken op de Amsterdamse Poort komen zo in beeld. Dagelijkse taferelen dus. Er is geen enkel interieur te zien behalve de gestripte sloopwoningen in Develstein.
De mooiste foto’s vind ik de foto’s die hij vanaf betrekkelijk grote hoogte heeft genomen, niet zoals Peter Elenbaas vanuit de lucht maar vanaf een galerij van een van de hoogbouwflats. Dan krijgen de speelplekken, de pleintjes en de speelobjecten een heel andere dimensie. Bovendien zie je nu details die je anders nooit op deze manier bekijkt. Het doet me op de een of andere manier denken aan de huisjes, boompjes en beestjes op de modelspoorbaan waar ik als kind - en mijn vader als volwassene - zo graag mee speelde.
Als fotograaf heeft hij gekozen voor de rol van passant net als de mensen die hij gefotografeerd heeft. Iedereen is onderweg, op pad, is boodschappen aan het doen of zit een broodje te eten. Ook de keurig geklede kantoorklerken op de Amsterdamse Poort komen zo in beeld. Dagelijkse taferelen dus. Er is geen enkel interieur te zien behalve de gestripte sloopwoningen in Develstein.
De mooiste foto’s vind ik de foto’s die hij vanaf betrekkelijk grote hoogte heeft genomen, niet zoals Peter Elenbaas vanuit de lucht maar vanaf een galerij van een van de hoogbouwflats. Dan krijgen de speelplekken, de pleintjes en de speelobjecten een heel andere dimensie. Bovendien zie je nu details die je anders nooit op deze manier bekijkt. Het doet me op de een of andere manier denken aan de huisjes, boompjes en beestjes op de modelspoorbaan waar ik als kind - en mijn vader als volwassene - zo graag mee speelde.
De foto die op de voorkant van de uitnodiging staat is tekenend voor zijn manier van fotograferen: wat je ziet zijn paarden en pony’s tegen de strakke gevel van Geldershoofd. Er is welgeteld een mens te zien: een passant. En een stuk of wat geparkeerde auto’s. Maar het is wel het plekje van boer Floor. Geldershoofd was ooit dé plek van de oude Bijlmer waar drugs werden verhandeld en waar tegelijkertijd een kinderboerderij verrees. Boer Floor trok zich het lot aan van mens en dier.
Hierbij de link naar CBK Zuidoost: Een jaar Zuidoost.