Vandaag met Hans Mulder een concert van Wiersinga op het Verschueren-orgel in het Orgelpark beluisterd. Het bezoek was zeer de moeite waard. Erwin Wiersinga speelde stukken (transcripties van bestaande composities) van César Franck, Maurice Ravel en van Bela Bartok. Vooral Tanz-Suite van Bartok was indrukwekkend.
Waar ik trouwens de hele tijd aan moest denken, telkens als ik naar het orgel keek - we zaten in de zaal beneden - was het werk van Lyonel Feiniger. Feiniger maakte destijds deel uit van der Blaue Reiter en hij had een heel eigen kijk op de wereld. Orde, ritme en vlakken: daaruit bestaan zijn schilderijen. Hij was zowel Amerikaan als puritein. En natuurlijk estheet.
Misschien dat deze kerk die vol staat met orgels me daarom aan hem deed denken. Maar er was nog een detail dat ik niet kan laten zien omdat ik er geen detailfoto van heb gemaakt. Dat was het licht dat door de vensters naar binnen viel en dat heel langzaam verschoof op de beide zijmuren, links en rechts van het orgel: abstracte vlakken met hier en daar wat donkere silhouetten van de orgelpijpen. Fascinerend.
Jan Brokken heeft trouwens een boek geschreven waarin Feiniger de hoofdrol speelt. Het is in 2008 gepubliceerd. Daarover een volgende keer meer.

Twee dagen later heb ik Bas Benders geholpen bij het digitaliseren van opnamen die hij zelf had gemaakt van zijn werk. Twee ervan gingen over vliegtuigen. Panic Airlines staat op de staartvleugel van het vliegtuig (bovenste foto).

Het werk van Albert Servaes werd destijds – nu 90 jaar geleden – niet erg enthousiast ontvangen. Het was te hard, er werd te veel nadruk gelegd op het lijden, vooral in de manier waarop het werd verbeeld: dit expressionisme was te meedogenloos.
Van Herwaarden heb ik nauwelijks gesproken, Marc Mulders evenmin maar ik heb wel gesproken met drie trappister monniken. Van broeder Switra Thomas heb ik het e-mailadres gekregen. Ook zag ik een monnik die in de weer was met een spiegelreflexcamera. Dus geheel afgesloten van de moderne wereld leven deze monniken al lang niet meer.
Een blik op de website van de abdij leert echter dat ze ’s ochtends om kwart over vier uur opstaan. En dat er tussen nachtwake en dagsluiting vijf momenten zijn waarop er wordt gebeden: metten (om half vijf), lauden (om zeven uur), terts om kwart voor negen), sext (om twaalf uur), noon (om half drie) en vespers (om kwart voor zes). De middagrust duurt anderhalf uur. In de middaguren wordt er gewerkt: er wordt bier gebrouwen.

Dit is een groter detail.
En dit is een schilderij op zich. Wonderbaarlijk dit werk en zeker dit detail. De kleuren spatten ervan af. Pas als je er met je neus voor staat, zie je het eerste mensenpaar met de groene blaadjes voor de schaamstreek.
Liever leg ik deze link. Dit is een schilderij van Tiepolo (let op de expressieve kracht van oranje en blauw), een van de grote rococo-schilders uit het Italië van de achttiende eeuw.