Een tekening van Caren van Herwaarden hangt op een mooie plek. In een nisje, op de foto nog net zichtbaar: rechts van de abt van trappistenklooster Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven in Berkel-Enschot.
De abt vertelde dat een blinde monnik het werk van Servaes heeft herontdekt, zijn hand gleed er langs en hij vroeg zich steeds af wat het was (ze stonden ergens achteraf, tegen een muur ergens in het trappistenklooster).
Geheel onomstreden is deze kunstenaar niet. Hoewel men hem wel als eerste Belgische expressionist erkent, vatte hij tijdens de Tweede Wereldoorlog sympathie op voor het nazisme. Dat is hem nadien niet in dank afgenomen. Van Herwaarden heb ik nauwelijks gesproken, Marc Mulders evenmin maar ik heb wel gesproken met drie trappister monniken. Van broeder Switra Thomas heb ik het e-mailadres gekregen. Ook zag ik een monnik die in de weer was met een spiegelreflexcamera. Dus geheel afgesloten van de moderne wereld leven deze monniken al lang niet meer.Een blik op de website van de abdij leert echter dat ze ’s ochtends om kwart over vier uur opstaan. En dat er tussen nachtwake en dagsluiting vijf momenten zijn waarop er wordt gebeden: metten (om half vijf), lauden (om zeven uur), terts om kwart voor negen), sext (om twaalf uur), noon (om half drie) en vespers (om kwart voor zes). De middagrust duurt anderhalf uur. In de middaguren wordt er gewerkt: er wordt bier gebrouwen.
Haar werk sluit mooi aan bij het thema van deze expositie: de veertien staties van Albert Servaes (1883 – 1966). Ze zijn veertig dagen te zien zijn in de Grote Kerk van Breda.
Dit werk van Van Herwaarden - But we try - ligt in een van de vitrinekasten. Het thema van haar tekeningen is meer dan eens troost. Troost vinden in het feit dat je je gedragen weet.
Het werk van Albert Servaes werd destijds – nu 90 jaar geleden – niet erg enthousiast ontvangen. Het was te hard, er werd te veel nadruk gelegd op het lijden, vooral in de manier waarop het werd verbeeld: dit expressionisme was te meedogenloos.De abt vertelde dat een blinde monnik het werk van Servaes heeft herontdekt, zijn hand gleed er langs en hij vroeg zich steeds af wat het was (ze stonden ergens achteraf, tegen een muur ergens in het trappistenklooster).
Geheel onomstreden is deze kunstenaar niet. Hoewel men hem wel als eerste Belgische expressionist erkent, vatte hij tijdens de Tweede Wereldoorlog sympathie op voor het nazisme. Dat is hem nadien niet in dank afgenomen. Van Herwaarden heb ik nauwelijks gesproken, Marc Mulders evenmin maar ik heb wel gesproken met drie trappister monniken. Van broeder Switra Thomas heb ik het e-mailadres gekregen. Ook zag ik een monnik die in de weer was met een spiegelreflexcamera. Dus geheel afgesloten van de moderne wereld leven deze monniken al lang niet meer.Een blik op de website van de abdij leert echter dat ze ’s ochtends om kwart over vier uur opstaan. En dat er tussen nachtwake en dagsluiting vijf momenten zijn waarop er wordt gebeden: metten (om half vijf), lauden (om zeven uur), terts om kwart voor negen), sext (om twaalf uur), noon (om half drie) en vespers (om kwart voor zes). De middagrust duurt anderhalf uur. In de middaguren wordt er gewerkt: er wordt bier gebrouwen.
Aan vrije tijd besteden de monniken drie kwartier, net voor het slapen gaan: om half acht. Ritme maar vooral regelmaat is erg belangrijk.
Na het officiƫle gedeelte werd er vooral La Trappe gedronken. Dat smaakte naar meer. Zie de site.
Links
De Grote Kerk van BredaAbdij Koningshoeven
La Trappe