
Vanmiddag was ik in het Van Goghmuseum waar Sara van Dijk een lezing gaf over Alfred Stevens en de haute culture. Dat is een boeiende lezing geworden want ze ging uitgebreid in op wat voor toiletten de dames destijds droegen. Ze wist het een en ander te vertellen over crinoline, mousseline en kasjmieren sjaals die erg prijzig waren omdat ze in India werden gemaakt en vooral omdat het tweeënhalf jaar kostte om ze te weven.
Van Dijk vertelde dat de kooiconstructie niet als een gevangenis werd ervaren zoals men vaak denkt. Het lijkt zo'n mooie metafoor, maar de realiteit was dat vrouwen deze constructies ervoeren als een bevrijding. Ze waren gewend aan japonnen die minder bewegingsvrijheid boden omdat er zoveel onderrokken onder zaten die veel zwaarder wogen. Bovendien nam het volume toe.
De dames, die deze japonnen droegen, leken op hoog opgetuigde zeilschepen die uitvoeren om indruk te maken op de andere gasten die de soirées en de bals bezochten. En dat was natuurlijk de bedoeling.
Zo'n japon was een statement van de dame in kwestie, een uitdaging aan haar sexegenoten en een van de belangrijkste troeven om haar positie te waarborgen. Zie, hier ben ik. Om mij kun je niet heen.
Een schilder die ook graag bals schilderde was James Tissot en hij deed dat uitermate levendig. Stevens schilderde bij voorkeur verstilde interieurs.
In de jaren vijftig was de productie van synthetische verfstoffen ontstaan en in de jaren daarop nam het kleuren van stoffen een hoge vlucht. Er verschenen creaties in blauw, geel, grijs, groen en pink. Elk onderdeel werd met zorg afgewerkt en het geheel oogde monochroom. Het waren kunstwerken op zich.
Daarbij kwam ook C.F. Worth ter sprake die een nieuwe mode in het Parijs van het tweede Keizerrijk heeft geïntroduceerd. Afkomstig uit een klein dorpje in Engeland, vervolgens leerling bij een kleermaker in Londen, zocht hij als negentienjarige zijn heil in Parijs. En die stad heeft hij veroverd met zijn voor die tijd gewaagde creaties.
Hij was eigenlijk de eerste modestylist zoals wij die kennen. Met zijn oog voor artistieke vormgeving wist hij door te dringen tot de kring van Pauline Sandor, prinses van Metternich en via haar kreeg hij toegang tot het hof van Eugénie de Montijo, de echtgenote van Lodewijk Napoleon III. Tot de keizerin dus.
Wat mij interesseert in het werk van Stevens is het feit dat hij de eerste schilder is geweest die de vrouw zo prominent in haar eigen interieur plaatst. Hij begint daarmee in 1855, het is een omslag in zijn werk dat zich tot dan toe als sociaal-realistisch laat omschrijven. Deze gegevens haal ik uit Alfred Stevens, 1823 - 1906, de catalogus die voor deze tentoonstelling is geschreven.
En wat mij nog meer interesseert is, is dat hij andere schilders als Sargent, Whistler en Tissot beïnvloed zou hebben. Saskia van Dijk beweerde het ook. En dan doel ik op de keuze van het onderwerp, niet op de stijl van schilderen. Dat wil ik graag onderzoeken.
The Ball is een schilderij van James Tissot, hij heeft het blijkbaar twee keer geschilderd, dit is het beste schilderij vind ik zelf.
info
De foto heb ik die middag genomen, wel heb ik de vrijheid genomen om storende elementen weg te halen. Zo is het een klassiek plaatje geworden. De vrouw in kwestie had en heeft natuurlijk hulp nodig bij het aan- en uitkleden.
Met dank aan het Van Goghmuseum
De nieuwe snuisterij of India in Parijs, de exotische snuisterij, ca. 1865–1866, Alfred Stevens (1823-1906), Van Gogh Museum, Amsterdam
Van Dijk vertelde dat de kooiconstructie niet als een gevangenis werd ervaren zoals men vaak denkt. Het lijkt zo'n mooie metafoor, maar de realiteit was dat vrouwen deze constructies ervoeren als een bevrijding. Ze waren gewend aan japonnen die minder bewegingsvrijheid boden omdat er zoveel onderrokken onder zaten die veel zwaarder wogen. Bovendien nam het volume toe. De dames, die deze japonnen droegen, leken op hoog opgetuigde zeilschepen die uitvoeren om indruk te maken op de andere gasten die de soirées en de bals bezochten. En dat was natuurlijk de bedoeling.
Zo'n japon was een statement van de dame in kwestie, een uitdaging aan haar sexegenoten en een van de belangrijkste troeven om haar positie te waarborgen. Zie, hier ben ik. Om mij kun je niet heen.
Een schilder die ook graag bals schilderde was James Tissot en hij deed dat uitermate levendig. Stevens schilderde bij voorkeur verstilde interieurs.
In de jaren vijftig was de productie van synthetische verfstoffen ontstaan en in de jaren daarop nam het kleuren van stoffen een hoge vlucht. Er verschenen creaties in blauw, geel, grijs, groen en pink. Elk onderdeel werd met zorg afgewerkt en het geheel oogde monochroom. Het waren kunstwerken op zich. Daarbij kwam ook C.F. Worth ter sprake die een nieuwe mode in het Parijs van het tweede Keizerrijk heeft geïntroduceerd. Afkomstig uit een klein dorpje in Engeland, vervolgens leerling bij een kleermaker in Londen, zocht hij als negentienjarige zijn heil in Parijs. En die stad heeft hij veroverd met zijn voor die tijd gewaagde creaties.
Hij was eigenlijk de eerste modestylist zoals wij die kennen. Met zijn oog voor artistieke vormgeving wist hij door te dringen tot de kring van Pauline Sandor, prinses van Metternich en via haar kreeg hij toegang tot het hof van Eugénie de Montijo, de echtgenote van Lodewijk Napoleon III. Tot de keizerin dus.
Wat mij interesseert in het werk van Stevens is het feit dat hij de eerste schilder is geweest die de vrouw zo prominent in haar eigen interieur plaatst. Hij begint daarmee in 1855, het is een omslag in zijn werk dat zich tot dan toe als sociaal-realistisch laat omschrijven. Deze gegevens haal ik uit Alfred Stevens, 1823 - 1906, de catalogus die voor deze tentoonstelling is geschreven.The Ball is een schilderij van James Tissot, hij heeft het blijkbaar twee keer geschilderd, dit is het beste schilderij vind ik zelf.
info
De foto heb ik die middag genomen, wel heb ik de vrijheid genomen om storende elementen weg te halen. Zo is het een klassiek plaatje geworden. De vrouw in kwestie had en heeft natuurlijk hulp nodig bij het aan- en uitkleden.
Met dank aan het Van Goghmuseum
Dame in geel of Remember, 1863, Alfred Stevens (1823-1906), Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel
Met dank aan Musée d'Orsay
The Ball, 1880, James Tissot, Musée d'Orsay, Paris
links
VanGogh Museum
Musée d'Orsay, Parijs
































Maar ik begin met de varkens. Dat waren er drie. Dit varken krijgt van mij de eerste prijs. Vlees in de vorm van een varken, ingesnoerd door touw: als ging het om een rollade. Het levensdoel van een varken is gevangenschap. Alleen de krulstaart ontsnapt aan deze boeien maar dat is schijn, want de lus om de krulstaart vormt zowel het begin als het eind van het touw. Je zou het de ontknoping kunnen noemen. Het is geschilderd door Cor Visser en de titel is Piggy wiggy, techniek: acryl op paneel. Er staat geen jaartal bij.
Het tweede varken - Made in China-Zeug - trekt alle aandacht naar zich toe. Kijk hier maar eens naar. Zeug met biggetjes oftwel de belegering van de moeder. Biggetjes als parasieten. Ik kon niet op het woord zeug komen dus sloeg ik aan het googlen. De eerste hit op varken vrouwtje was een spreekbeurt van
Vrije interpretatie: dit schilderij gaat niet over varkens, het gaat over Chinezen die worden ingehuurd door de Kunstfabriek en onder die naam werk verkopen. Nou ja, verkopen. Aanleveren. Zij produceren werk in opdracht van de Kunstfabriek die het vervolgens verkoopt. Deze schilders kunnen schilderen maar ze hebben zich in dienst gesteld van Nederlandse opdrachtgevers. Waar op zich niets mis mee is. Naar Nederlandse maatstaven worden ze onderbetaald, in China kunnen ze er van leven. Als je van betaalbare kitsch houdt, moet je hier zijn. Geen intellectuele camp maar uiting van een plaatjescultuur die niet geënt is op de inspiratie van het individu maar op de imitatie van wat al bestaat: als foto of als schilderij.
Het derde varken is een illustratie uit Wilbur Kuik. Het is gemaakt door Peter Brouwers. Dit varken is het varken zoals wij het graag zien. Zeker als wij verhalen vertellen aan onze kinderen. Het nostalgische varken gezien door de bril van Vader vertelt aan vierjarigen. Geef mij dan maar de spreekbuurt van Kim.