zondag 4 oktober 2009

Alfred Stevens

Vanmiddag was ik in het Van Goghmuseum waar Sara van Dijk een lezing gaf over Alfred Stevens en de haute culture. Dat is een boeiende lezing geworden want ze ging uitgebreid in op wat voor toiletten de dames destijds droegen. Ze wist het een en ander te vertellen over crinoline, mousseline en kasjmieren sjaals die erg prijzig waren omdat ze in India werden gemaakt en vooral omdat het tweeënhalf jaar kostte om ze te weven.
Van Dijk vertelde dat de kooiconstructie niet als een gevangenis werd ervaren zoals men vaak denkt. Het lijkt zo'n mooie metafoor, maar de realiteit was dat vrouwen deze constructies ervoeren als een bevrijding. Ze waren gewend aan japonnen die minder bewegingsvrijheid boden omdat er zoveel onderrokken onder zaten die veel zwaarder wogen. Bovendien nam het volume toe.
De dames, die deze japonnen droegen, leken op hoog opgetuigde zeilschepen die uitvoeren om indruk te maken op de andere gasten die de soirées en de bals bezochten. En dat was natuurlijk de bedoeling.
Zo'n japon was een statement van de dame in kwestie, een uitdaging aan haar sexegenoten en een van de belangrijkste troeven om haar positie te waarborgen. Zie, hier ben ik. Om mij kun je niet heen.
Een schilder die ook graag bals schilderde was James Tissot en hij deed dat uitermate levendig. Stevens schilderde bij voorkeur verstilde interieurs.
In de jaren vijftig was de productie van synthetische verfstoffen ontstaan en in de jaren daarop nam het kleuren van stoffen een hoge vlucht. Er verschenen creaties in blauw, geel, grijs, groen en pink. Elk onderdeel werd met zorg afgewerkt en het geheel oogde monochroom. Het waren kunstwerken op zich.
Daarbij kwam ook C.F. Worth ter sprake die een nieuwe mode in het Parijs van het tweede Keizerrijk heeft geïntroduceerd. Afkomstig uit een klein dorpje in Engeland, vervolgens leerling bij een kleermaker in Londen, zocht hij als negentienjarige zijn heil in Parijs. En die stad heeft hij veroverd met zijn voor die tijd gewaagde creaties.
Hij was eigenlijk de eerste modestylist zoals wij die kennen. Met zijn oog voor artistieke vormgeving wist hij door te dringen tot de kring van Pauline Sandor, prinses van Metternich en via haar kreeg hij toegang tot het hof van Eugénie de Montijo, de echtgenote van Lodewijk Napoleon III. Tot de keizerin dus.
Wat mij interesseert in het werk van Stevens is het feit dat hij de eerste schilder is geweest die de vrouw zo prominent in haar eigen interieur plaatst. Hij begint daarmee in 1855, het is een omslag in zijn werk dat zich tot dan toe als sociaal-realistisch laat omschrijven. Deze gegevens haal ik uit Alfred Stevens, 1823 - 1906, de catalogus die voor deze tentoonstelling is geschreven.
En wat mij nog meer interesseert is, is dat hij andere schilders als Sargent, Whistler en Tissot beïnvloed zou hebben. Saskia van Dijk beweerde het ook. En dan doel ik op de keuze van het onderwerp, niet op de stijl van schilderen. Dat wil ik graag onderzoeken.
The Ball is een schilderij van James Tissot, hij heeft het blijkbaar twee keer geschilderd, dit is het beste schilderij vind ik zelf.

info
De foto heb ik die middag genomen, wel heb ik de vrijheid genomen om storende elementen weg te halen. Zo is het een klassiek plaatje geworden. De vrouw in kwestie had en heeft natuurlijk hulp nodig bij het aan- en uitkleden.

Met dank aan het Van Goghmuseum
De nieuwe snuisterij of India in Parijs, de exotische snuisterij, ca. 1865–1866, Alfred Stevens (1823-1906), Van Gogh Museum, Amsterdam

Dame in geel of Remember, 1863
, Alfred Stevens (1823-1906), Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel

Met dank aan Musée d'Orsay
The Ball, 1880, James Tissot, Musée d'Orsay, Paris

links
VanGogh Museum
Musée d'Orsay, Parijs

zaterdag 12 september 2009

Odilon Redon (1)

De mooiste werkjes van Odilon Redon tref ik aan op de tweede verdieping van het Van Gogh Museum. De tentoonstelling Meesterwerken uit de collectie van Andries Bonger bevindt zich op de derde en tweede verdieping.
Het gaat me om twee van de zeven litho's uit de serie Spookhuis. De details vind ik het mooist, op de ene litho is het de ronde trap en dito leuning, op de andere litho het ronde tafeltje. De sfeer doet me denken aan de intimistische tekeningen van Xavier Mellery, maar er is een groot verschil: in de noirs van Redon speelt het macabere op de een of andere manier een grote rol, in het werk van de jongere Mellery is er eerder sprake van berusting.
In 1900 heeft Redon zijn laatste noir gemaakt. Toen was de zwarte periode voorbij en brak er een andere periode aan waarin hij onder andere prachtige pastels heeft gemaakt. Ook in zijn bloemstukken is er nog iets te zien van dat sprankelende kleurgebruik. Maar in die zwarte periode maakt hij intrigerend werk. Karl Joris Huysmans heeft het volgende over Redon geschreven in een boek dat beroemd is geworden. Dat boek heet Au rebours (1884), in het Nederlands Tegen de keer, vertaald door Jan Siebelink in 1970.
Het is de bijbel van de decadenten en de symbolisten geworden. Ik citeer: Deze tekeningen waren niet in een categorie onder te brengen; de meeste overschreden de grenzen van de schilderkunst en schiepen een nieuw soort fantastische kunst: die van ziekte en waanzin. Het Portret van Dorian Gray van Oscar Wilde is er een afgeleide van en dat is in 1890 geschreven.
Maar ik dwaal af, ik wil eigenlijk een link leggen met het werk van een hedendaags kunstenaar. Kunstenares moet ik zeggen, ze heet Liesje van den Berk en ze heeft in eigen beheer een boekwerk gepubliceerd.
Fata Morgana van Rust, dat is de titel. Het heeft ogenschijnlijk niets met de noirs van Redon te maken maar toch. De tentjes die in de tekeningen en in de installaties of performances van Van den Berk voorkomen laten het hoofd juist niet zien. Het hoofd wordt aan het gezicht onttrokken.
Waar Redon zich liet leiden door Polyphemus of door de Cycloop, het hoofd dat oog is geworden en het oog dat alles waarneemt en zich bewust is van de duistere, macabere en mysterieuze kanten van ons bestaan, daar verbergt Van den Berk het hoofd van haar personages.
Zij wil de realiteit niet bekijken en doorgronden, nee, zij wil zich aan de beeldenstorm van ons multimediale tijdperk onttrekken. Ze trekt zich terug.
De hoofden van haar getekende of niet getekende (maar gefotografeerde) personages bevinden zich in een tentje. Een tentje zoals we ons een tentje voorstellen: een dak boven ons hoofd. Niet meer, niet minder. Het is de eenvoud die haar werk zo krachtig maakt. We leven niet meer in de negentiende eeuw, we leven in het nu waarin we iedere dag worden gebombardeerd met nieuwe beelden die alleen maar herhalen wat we al weten.
Is het niet genoeg elke gedachte slechts één keer te denken? Dit vraagt Miriam Schumacher zich af op pagina drie.
Is het niet genoeg om een beeld maar een keer te zien? Of slechts één thema te herhalen? Dat lijkt Van den Berk zich af te vragen. Een belangrijke vraag lijkt me, zeker in onze tijd. Ze hebben trouwens iets komisch, deze tekeningen. Zie de tekeningen op haar website.

Dit is haar boek dat je als je een tentje kunt openklappen en neerzetten. Het boek als beeld, als beeldspraak in optima forma.

Links

Info
  • Fata Morgana van Rust, Liesje van den Berk, 2009 (uitgegeven in eigen beheer)

vrijdag 17 juli 2009

Drawing lines - Connecting stories

Ik las onderstaande tekst van Patricia Kaersenhout en dacht aan wat Caren van Herwaarden ooit heeft geschreven. Beide vrouwen zijn kunstenaar, ze verschillen in komaf en leeftijd. Ze maken heel verschillend werk. Kaersenhout is als kind van Surinaamse ouders opgegroeid in Den Helder (de rest van de straat was wit). Caren Herwaarden is opgegroeid in Tilburg en zij is wit. Kaersenhout stelt haar ontwikkeling als kunstenaaar centraal: ontwikkeling is haar stijl zou je kunnen zeggen. Van Herwaarden bestudeert de mens als naaste én als deel van de groep of van de massa.

Dit schrijft Patricia Kaersenhout:

'Hier bestaat alleen in relatie tot daar.
Als kind dacht ik dat de sterren aan de hemel gaten in de lucht waren, waardoor het licht van een andere wereld scheen. Ik fantaseerde dat er duizenden ogen door die gaten naar mij keken.

’s Nachts wanneer iedereen in huis sliep stond ik zachtjes op en verkleedde me. Ik speelde stille toneelstukjes waarin ik alle rollen had en al die tijd was ik mij ervan bewust dat ik bekeken werd, maar ik deed net alsof ik het niet doorhad.
Zo fietste ik ook overdag over straat. Wetende dat duizenden ogen vanuit de lucht mij bekeken en iedere handeling die ik deed nauwlettend in de gaten hielden. Ik vond het een prettig gevoel om bekeken te worden door die andere wereld. Het maakte dat ik me speciaal voelde, anders dan anderen, want het was een geheim dat alleen ik deelde met die andere wereld.'
Zij geeft er deze verklaring aan:
'In werkelijkheid waren het de ogen van de mensen om ons heen, waarvoor wij vreemdelingen waren, anders dan de rest in de Nederlandse straat waar wij woonden. Ik prijs mezelf gelukkig met mijn kinderlijke fantasie.'

En dit schrijft Caren van Herwaarden:

'Ik herinner me nog goed hoe het voelde om als kind het idee te hebben dat God mij vanuit de hemel gadesloeg. Ik voelde me meer begeleid dan bespied door die blik (behalve als ik iets deed dat niet mocht). Ik vond het een geruststellend idee dat ik niet alleen was. Ik had een manier om na te gaan of Hij nog wel oplette: ik volgde Zijn blik en zag mezelf en de andere kinderen.'
En ze vervolgt:
'Ik kijk nog altijd zo, via een soort satelliet eigenlijk. Dan vraag ik me af wat een god zou zien, of een vogel. In ieder geval een Hoog Oog. Het lijkt een rare tic maar het is voor mij een manier om verbanden te zien. Om te weten waar ik sta ten opzichte van de anderen, om mezelf te kunnen plaatsen, te relativeren.
Door dit vogelvluchtperspectief zie ik mensen in veelvoud, de bewegingen die ze maken vormen patronen. Het zijn vooral menselijke gedachten, angsten of driften die mij de aanzet voor zulke vormen geven. De vorm die tot stand komt gedraagt zich als één lichaam met een eigen choreografie.'

Duizenden ogen houden de kleine Patricia (1966) in de gaten, het Hoge Oog van de kleine Caren (1961) doet precies hetzelfde. Kaersenhout noemt het een geheim, Van Herwaarden een rare tic. Kaersenhout vond het een prettig gevoel om bekeken te worden en Herwaarden vond het geruststellend dat ze niet alleen was. Hier bestaat alleen in relatie tot daar, schrijft Kaersenhout, Van Herwaarden heeft de tic nodig om zichzelf te kunnen plaatsen.

Kaersenhout speelde als kind toneelstukjes en Van Herwaarden herkent op deze manier nog steeds patronen of vormen. Ze noemt het choreografie.
Het gaat mij vooral om de overeenkomsten. Van Herwaarden heeft het over God, dat aspect laat Kaersenhout geheel buiten beschouwing.

Info
Shoot for the moon. Even is you miss, you’ll land amond the stars.
door Patricia Kaersenhout. Amsterdam 2009
Wakaman, drawing lines - connecting dots
Contemporary Art, Suriname
Pagina 107

Vlek wordt Mens
door Caren van Herwaarden
De uitgave is mogelijk gemaakt door het Stedelijk Museum Roermond ter gelegenheid van de expositie ‘Het lichaam draagt’
2004
Pagina 07, 08

Links
http://www.kaersenhout.com/
http://www.cvanherwaarden.nl/

donderdag 18 juni 2009

Vorm

Nee, liever in het Nederlands, zegt ze met een onmiskenbaar accent. Ik had haar graag in het Duits over haar eigen werk horen vertellen, maar zij beslist anders. Charlotte Mumm maakt bijzonder werk. Ze bestudeert de tweedimensionale vorm van dier of mens waarbij ze vaak een geometrisch element toevoegt.

Je zou het een extensie kunnen noemen. Toeval speelt een grote rol, vertelt Mumm. De tekeningen hangen als bescheiden ornamentjes aan de muur. Aanvankelijk zag ik er iets anekdotisch in, maar daar kwam ik al snel op terug. Het gaat om vorm als eerste aanzet tot metamorfose.

In deze tekening krijgt verwondering op meer manieren vorm. De centaur verbaast zich over de bulten of schubben op zijn eigen rug. Bovenop zijn hoofd zie je een rood driehoekje dat je kunt opvatten als een formele kanttekening bij die verwondering. Daarover kan de centaur zich niet verwonderen want hij kan dat driehoekje niet zien (behalve in een spiegelend oppervlak).
De vraag die zich opdringt is natuurlijk of hij zich überhaupt verbaast over zijn eigen hoedanigheid.

Vooral dit vogeltje zet je op het verkeerde been. Het oogt onschuldig, op het kitscherige af maar dat ligt aan de kleuren, de ronde vormen en het takje waarop beide voorwerpen rusten.
Wat nemen wij in eerste instantie waar?
De kleuren, de vormen, een vogeltje, een takje?
Dat soort vragen roept deze tekening op.

Thuisgekomen vraag ik me af of de ondergrond die ze heeft gebruikt een bierviltje is. Dat moet ik haar nog even vragen.

Ze maakt ook driedimensionaal werk dat al even intrigerend is als bovengenoemd werk. Dit is er een voorbeeld van.

Info

  • Charlotte Mumm heeft nog geen website maar er wordt aan gewerkt.
  • Zie: Charlotte Mumm

zondag 14 juni 2009

Ladder

Paula dos Santos en José Estevao willen zich met deze installatie in hun atelier in Kruitberg blijkbaar onttrekken aan de zwaartekracht. Daarbij roepen ze Friedrich Nietzsche en Ludwig Wittgenstein te hulp. Wellicht dat deze filosofen onze gezichtspunten kunnen verhelderen.
Ze zijn als elkaars tegenpolen te beschouwen. Wittgenstein analyseert taal tot op het bot,
Nietzsche dompelt je onder in een orgie van retorische hoogstandjes.
Wittgenstein beschouwde zijn meest beroemd geworden geschrift als een ladder die je na lezing kunt wegdoen. De Tractatus als therapie. De zeven uitgangspunten zijn op Wikipedia te vinden. Ze zijn hoogst verleidelijk, vooral vanwege hun beknoptheid. De laatste is de meest bekende: Waar men niet over spreken kan, daarover moet men zwijgen. Wellicht dat beide kunstenaars hierop doelen.

In Also sprach Zarathustra heeft Friedrich Nietzsche het ook over treden (Stufen), maar dan als een middel om geestelijk hogerop te komen. Übermensch heeft een kwalijke klank gekregen maar zijn idee was dat de mens zich permanent zou moeten ontwikkelen, zodat hij het hoogste zou bereiken wat hij überhaupt bereiken kan. Daar is op zich niets mis mee. Integendeel zou ik zeggen.
Von allem Geschriebenen liebe ich nur das, was einer mit seinem Blute schreibt. Schreibe mit Blut: und du wirst erfahren. dass Blut Geist ist
. De eerste zin uit Vom Lesen und Schreiben van Die Reden Zarathustras. Welke schrijver schrijft er nog dergelijk proza? De enige die in de buurt komt is natuurlijk Peter Sloterdijk.

Of een laddertje van boomstammetjes het geëigende middel is, kun je je wel afvragen. Het stukje pvc is bijvoorbeeld heel wat minder opvallend dan het prikkeldraad dat om de ladder is gedrapeerd, maar juist dat detail lijkt op improvisatie te wijzen. Het prikkeldraad is echter toegevoegd als een extra belemmering om het doel te bereiken: schone handen houd je zeker niet (het bloed van Nietzsche).
Ik moet ook aan de ladder van Thomas denken, de viriele glazenwasser uit De Ondraaglijke Lichtheid van het Bestaan (1984) van Milan Kundera en de metaforen stapelen zich op tot een heuse Jacobsladder.

De anticlimax in de goede zin van het woord. Dit laddertje was het afgelopen weekend te koop bij K, de mini-supermarkt in Echtenstein. Het is niet door Bert Jacobs gemaakt maar door een van zijn leveranciers.

Info
  • Het Heilige Moeten, een biografie van Ray Monk is zeer de moeite waard. Uitgegeven in 1990 en het jaar daarop al door Ronald Jonkers in het Nederlands vertaald.
  • Deze prachtige foto van Nietzsche is een van de zestien foto's die gemaakt zijn door de kunstenaar Hans Olde toen hij van juni tot augustus in 1899 in Weimar.verbleef om er portretten van Nietzsche te maken. Uiteraard onder het toeziend oog van mevrouw Forster, de zuster van Nietzsche. Let ook even op het blokpatroon in de leuning van de stoel waarop Nietzsche zit: het lijkt op een laddertje.

zaterdag 13 juni 2009

De Kunst van het Verpakken (3)

Wat een fantastisch idee van Bert Jacobs om een mini-supermarkt op te zetten tijdens de OA-weekeinden in Amsterdam Zuidoost, locatie Echtenstein. De winkel heet kortweg K. Je kunt er bijzondere dingen kopen, dus niet alleen bekijken. Ik heb gauw even tien euro geleend van Manuel want ik had niets bij me.
Wat ik gekocht heb:
1) These Boots Are Made For Walking voor € 0,29

2) Oorlogskleedje van € 4,99 voor € 0,89

3) Een foto van een schone blonde (Rara?) van € 2,19 voor € 1,49

4) Fashion Starterskit II van € 4,99 voor € 1,49
5) Het duurste artikel: Vijf Stukjes Liesje voor € 10, - voor € 5, -

6) Ritje Tegen Gunstige Prijs voor € 0,79

Totaal € 9,95

De auto - Ritje Tegen Gunstige Prijs - heb ik aan Paula dos Santos gegeven.
Die kan ze goed gebruiken want ze had er geen.
K gaat voor Kwaliteit, dat is duidelijk. Daar wil ik wel reclame voor maken.
Links
http://www.oar09.nl/promo/

zaterdag 23 mei 2009

Exit Boesner Galerie

Dit is de laatste foto die ik tijdens de eerste en laatste opening van de Boesner Galerie heb gemaakt. Sinds veertien dagen bestaat Boesner Amsterdam niet meer. Het kon blijkbaar niet uit . Ook al heeft de sluiting van deze vestiging niets met de huidige financiële recessie te maken. Zo is mij verzekerd. De expositie van Anton Dijkgraaf heet Wag your tail, die van Sylvia Keppel Solace of Nature, zeer toepasselijke titels voor een ruimte die straks voor andere doeleinden wordt gebruikt.

De man die links op deze foto staat is Percy. Hij kwam naast me staan toen ik foto's maakte van de lege winkelruimte. We raakten aan de praat. Hij vertelde hoe hij op deze expostie verzeild was geraakt en daarbij liet hij per abuis de naam van Ruud Krikke vallen. Hij bedoelde iemand anders. Die ander interesseerde me niet zoveel maar Ruud wel.
De familie Krikke ken ik nog uit de periode dat ik als kind in Holtenbroek woonde. Holtenbroek was een gloednieuwe wijk die eind vijftiger jaren in Zwolle uit grond is gestampt. Eind jaren tachtig heb ik Ruud nog een keer in Amsterdam ontmoet, toen zat hij al in de sociale advocatuur. Daar kent Percy hem dus van.

Ik vertelde hem over
Six Degrees of Separation, een film van Fred Schepisi uit 1993 waarin Will Smith (popartiest en filmacteur) een prachtige rol speelt als intrigant Paul. Verbale hoogstandjes en schitterende dialogen larderen deze film die je nooit meer vergeet. En je vergeeft Will Smith al zijn andere, vaak flauwe rollen. De titel is ontleend aan de theorie dat iedereen op aarde niet verder van elkaar verwijderd is dan zes netwerken (zes gradaties van scheiding). En dat naar aanleiding van een verspreking.

Dit is mevrouw T. Vreugdenhil. Haar heb ik voor het mooiste werk van Anton Dijkgraaf gefotografeerd. Ook zij schildert. Wel heel anders hoor!, voegt ze eraan toe. Ze heft het glas op het werk van Anton.

zondag 10 mei 2009

Rise Above

Chaim Ohren en Walter Bosman waren eigenlijk van plan om veertien mensfiguren te maken: figuren kneden, rubberen mallen maken en ze dan volgieten met gips. Maar toen het eerste hoofd klaar was en in een van de witte bakken stond, kwamen ze tot de ontdekking dat een hoofd veel meer uitdrukte dan een heel lichaam.

THE ACTION OR FACT OF TRANSCENDING, SURMOUNTING, RISING ABOVE . . .

De cap van Bosman en de baret van Ohren zijn net zichtbaar in de witte bakken, naar de hoofden moet je raden als je ervoor staat. Die zijn ook niet echt mooi afgewerkt: ze verkeren in statu nascendi. Rise Above gaat over grenzen verkennen en daarboven uitstijgen.

Dit project is een aanzet tot wat het zou kunnen worden, want beide kunstenaars zijn ervan overtuigd dat Rise Above meer potentie heeft: het zou in een museale omgeving beter tot zijn recht komen.

Chaim Ohren

Walter Bosman

Link

http://www.openatelierszuidoost.nl/nieuws.html#artistes_sans_frontieres

vrijdag 24 april 2009

Diogenes

Detail: Portret van Diogenes van Sinope (404 - 323), zittend in zijn ton. Het lampje waarmee hij naar mensen zocht is zijn vaste attribuut. Net als Sokrates was ook hij een zoekende en hardop denkende (straat)filosoof. Deze filosofen zijn inmiddels uitgestorven.
John William Waterhouse (1849 - 1917) moet het vooral hebben van anekdotes, van sfeer en bij nader inzien van vorm. De ronde vorm wordt een aantal keren herhaald: in de parasol bijvoorbeeld (detail).
En in het patroon van de japon die deze vrouw draagt (tig-keer). Aanvankelijk dacht ik dat ze iets in haar hand hield.
Diogenes
, geschilderd in 1882, kunt u in het Groninger Museum bewonderen, maar dan moet u snel zijn want de tentoonstelling is bijna ten einde (3 mei is de laatste dag).
Hamydryad hangt er ook. Een dryade is een boomnimf in de Griekse mythologie die wel lang kon leven maar niet onsterfelijk was zoals Zeus of Apollon. Als de eik sterft, sterft de boomnimf ook. Deze boomnimf wordt uit haar veilige omgeving gelokt door een panfluit. Pan is de god van het bos, van de natuur (zoals wij haar graag zien). Zijn geluiden brengen paniek voort (zegt de stem van de audiofoon).
Dit schilderij, geschilderd in 1893, doet me denken aan twee recente werken (2007) van Juul Kraijer. Ze waren onlangs te zien in het Cobra Museum in Amstelveen. Bij Kraijer is de metamorfose van boom naar vrouw vollediger dan bij Waterhouse.
Bij de negentiende-eeuwse schilder zie je een vrouw die uit een boom stapt, in de werken van Kraijer is dat niet het geval: vrouw en boom (of man en boom) zijn een. Ook bij Juul Kraijer is er sprake van mysterie en lot (destiny), maar subtieler, aarzelender: geheel in overeenkomst met haar tekeningen in houtskool of pastel. Haar werk laat ook veel meer te raden over: minder is meer.
Link: Betoverd door Vrouwen

zondag 12 april 2009

Groenink

Voor mij ome Rijkman. Hij schildert al vanaf zijn veertiende. Hij heeft het geleerd van Andries Worst. Groenink is inmiddels negentig. Een fragiele man die nog steeds iets onverzettelijks uitstraalt.
Zijn vrouw - voor mij tante Roelie, oudere zuster van mijn moeder - is vorig jaar overleden. Beiden zijn mij even dierbaar. Ik heb als kind vaak bij hen gelogeerd. Later, veel later was de Looyersgracht de plek waar de familieleden op nieuwjaarsdag elkaar ontmoetten: ooms en tantes, neven en nichten en aangetrouwden. De laaste jaren werd dat minder. Ze verhuisden naar Nijenstede, een verzorgingstehuis, op loopafstand van de Looyersgracht.

Vandaag ben ik bij hem op bezoek geweest: op eerste Paasdag. Hij kwam net uit Bethel, het kerkje dat nog steeds bestaat. Twaalf uur: we deelden de eenpersoonsmaaltijd, ik kreeg het plakje rollade op mijn bord - dat vlees is zo droog, dat krijg ik niet weg - en samen aten we de gebakken aardappeltjes en de appelcompote. Hij bad in stilte en ik vouwde mijn handen.
We hebben het vooral over zijn schilderijen gehad. Zijn woning hangt er vol mee. En natuurlijk over Roelie, zijn vrouw en mijn tante. Over niet al te lange tijd - ik ben een oude man - wordt hij weer met haar verenigd. Raadselachtig toch, zo te kunnen geloven.

Dit schilderij heb ik nooit eerder gezien. Heldere vormen met durf geschilderd, kijk maar eens naar de losse toets. Net geen Haagse school, ook geen Weissenbruch maar toch, de aanzet is er. Het werk van Groenink is kleurrijker, minder grijs. Geschilderd en plein air. Beide schilderijen zijn op Schiermonnikoog geschilderd, eind jaren tachtig (de data krijg ik nog van hem te horen). De afbeelding bovenaan is een detail van het schilderij dat ik hier als tweede heb neergezet.

zaterdag 11 april 2009

Elixer

Voordat je de expositieruimte betreedt, word je verzocht om je schoenen uit te trekken. Als je de gesluierde ruimte betreedt, begrijp je waarom: het is een grote chillroom. Voordat je het weet, word je ondergedompeld in een oceaan van continue veranderende beelden en trance-achtige muziek.
Een bonte kleurrijke wereld trekt aan je voorbij: vruchten, planten, bloemen, hemel en aarde. Vrouwenlichamen waarop nu eens wordt ingezoomd, dan weer uitgezoomd. Close-ups van gezichten en vooral geopende monden. Voeten die samensmelten, lichamen die in elkaar overvloeien. Alles lijkt onderhevig aan een Escherachtig spel van verdubbeling en metamorfose.
Op de vloerbedekking liggen langwerpige kussens. In een ruimte bevinden zich twee stapels tapijten die lijken op terrasvormige eilanden. Daarop kunnen de bezoekers gaan liggen om vervolgens hun blik omhoog te richten: daar stroomt het leven aan je voorbij op een scherm dat zelf een orgaan lijkt.
Ook in dit Gesamstkunstwerk komen vrouwen voor die zich in het water bevinden, maar wat een verschil met de Ophelia's in het MMKA (Arnhem). Daar overheerst de melancholie, hier levensvreugde en exaltatie over het leven zelf: een eerbetoon aan hemel en aarde als een betoverende metamorfose van al wat is.
De videobeelden worden geprojecteerd op de vloer, op het plafond, op drie wanden tegelijk: op en door een sluier van vitrage gordijnen.
Elixer, Het video-organisme van Pipilotti Rist, is een buitengewoon mooie overzichtstentoonstelling geworden, even sensueel als meditatief. Pipilotti Rist, Rotterdam en Nederland kunnen er alledrie trots op zijn.
Ik heb veel jonge mensen gezien, geen grijzende dames of kalende heren (ik heb even niet in de spiegel gekeken). Wel jengelende kinderen gehoord (die vonden het toch wat minder boeiend).
Link: www.boijmans.nl

vrijdag 10 april 2009

Rood & Zwart

Locatie Dennenrode, uit de serie Rood en Zwart (2008).
Dit werk van mij hangt in de Boesner Salon II (zie onder).
Link: Rood & Zwart

zondag 5 april 2009

Ophelia

Dit prachtige boekwerk heb ik vanmiddag aangeschaft in het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem (MMKA). Ophelia gaat over Sehnsucht, melancholie en doodsverlangen. Kunstenaars als Desiree Dolron, Iris van Dongen (ook in het museum van Schiedam te zien), Pipilotti Rist (ook te zien in Den Haag), Gregory Crewdson, Erik Odijk, Amie Dicke en vele andere kunstenaars laten zien dat de romantiek die schuilgaat in melancholie, doodsverlangen en onvervalste Sehnsucht nog springlevend is. Decadentie en metamorfose vervullen de hoofdrol in foto’s, tekeningen, video’s en driedimensionale beelden.Ik wilde een detailfoto nemen van een werk van Juul Kraijer toen ik in het glas dat voor de krijttekening zat een ander kunstwerk zag: een object van Amie Dicke. Toen kwam er ook nog een jonge vrouw bij staan. Geen trucage of photoshopping dus.
Juul Kraijer maakt hele mooie, intrigerende tekeningen. Metamorfose is een belangrijk thema in haar werk. Haar vrouwen lijken somnabuul, ze dromen, ze zijn niet van deze wereld. Ze zijn bijna anoniem. Maar ze hebben ook altijd een attribuut bij zich: visjes, motten, ogen. Vaak in grote hoeveelheden. Ze heeft nu ook een tentoonstelling in het Cobra museum in Amstelveen.
Het werk van Amie Dicke is harder van toon, ze snijdt in uitvergrote foto's van modellen. Haar werk wordt ook wel gothic genoemd. Dit werk heet Submissive (2008). Het is vooral suggestief.
Indrukwekkend deze tentoonstelling, ik heb er jaren op gewacht: ik houd me al een paar jaar bezig met een aantal van deze kunstenaars. De Ophelia van John Everett Millais hing vorig jaar in het Van Gogh. Over deze tentoonstelling heb ik nog een stukje geschreven op deze site.
Er is ook video-clip te zien van Nick Cave & Kylie Minogue: Where the wild roses grow. De clip van J. P. Harvey heb ik hier niet gezien, laat staan gehoord: Down by the water. En een andere versie van dezelfde song: Down by the water.

zaterdag 4 april 2009

Boesner Salon II, 2009

Eye-catcher: dit is een detail van een schilderij à la Pollock. Het is gemaakt door Arlaque de Clerque. Het schilderij staat net naast de ingang van Boesner. Het rust op een ezel.
Donderdagavond 2 april was de opening van de tentoonstelling die Boesner nu voor de tweede keer heeft georganiseerd. De kwaliteit van de werken varieert nogal, maar daar houd ik wel van. Ieder mag zijn of haar eigen keuze maken.
Tijdens de opening heb ik kennis gemaakt met Anja van de Poll. Zij stapte heel kordaat op me af en vroeg me waar mijn werk hing of stond. Ik wees haar op mijn fotocollage van de gevel van Dennenrode. Vervolgens liet zij mij haar werk zien, dat was klein en kleurrijk maar ze had een hele wand tot haar beschikking (de wand was hooguit 50 cm breed). Ze moest er zelf om lachen. Doorgaans maakt ze groter werk, vertelde ze. Onze ontmoeting leidde tot een andere ontmoeting, nu met Rogier Samuels. Hij maakt grotesken of monsters, en dat doet hij op een overtuigende manier. Maar ik begin met de varkens. Dat waren er drie. Dit varken krijgt van mij de eerste prijs. Vlees in de vorm van een varken, ingesnoerd door touw: als ging het om een rollade. Het levensdoel van een varken is gevangenschap. Alleen de krulstaart ontsnapt aan deze boeien maar dat is schijn, want de lus om de krulstaart vormt zowel het begin als het eind van het touw. Je zou het de ontknoping kunnen noemen. Het is geschilderd door Cor Visser en de titel is Piggy wiggy, techniek: acryl op paneel. Er staat geen jaartal bij.Het tweede varken - Made in China-Zeug - trekt alle aandacht naar zich toe. Kijk hier maar eens naar. Zeug met biggetjes oftwel de belegering van de moeder. Biggetjes als parasieten. Ik kon niet op het woord zeug komen dus sloeg ik aan het googlen. De eerste hit op varken vrouwtje was een spreekbeurt van Kim Detollenaere. Dank je wel Kim. Pas daarna zag ik dat het woord zeug ook in de titel voorkwam. Vrije interpretatie: dit schilderij gaat niet over varkens, het gaat over Chinezen die worden ingehuurd door de Kunstfabriek en onder die naam werk verkopen. Nou ja, verkopen. Aanleveren. Zij produceren werk in opdracht van de Kunstfabriek die het vervolgens verkoopt. Deze schilders kunnen schilderen maar ze hebben zich in dienst gesteld van Nederlandse opdrachtgevers. Waar op zich niets mis mee is. Naar Nederlandse maatstaven worden ze onderbetaald, in China kunnen ze er van leven. Als je van betaalbare kitsch houdt, moet je hier zijn. Geen intellectuele camp maar uiting van een plaatjescultuur die niet geënt is op de inspiratie van het individu maar op de imitatie van wat al bestaat: als foto of als schilderij.
Made in China - Zeug
is te koop voor 1950 euro. Het olieverschilderij is gemaakt door Maartje Meerman in 2008. Het derde varken is een illustratie uit Wilbur Kuik. Het is gemaakt door Peter Brouwers. Dit varken is het varken zoals wij het graag zien. Zeker als wij verhalen vertellen aan onze kinderen. Het nostalgische varken gezien door de bril van Vader vertelt aan vierjarigen. Geef mij dan maar de spreekbuurt van Kim.
Dit is het monster dat alles verslindt, gemaakt door Rogier Samuels. Het is een hele klus geweest, dat is duidelijk. Vooraf schetsen maken, modellen maken, dan de mallen, ook van de details, dan de mallen volgieten met kunststof en alles in elkaar zetten.
Saillant detail: het oog kan bewegen, dat wil zeggen: het kan in verschillende standen worden gezet. Hij zou eens moeten kijken op de site van Sergey Engel die ook zulke fantastische, alienachtige wezens maakt: hij tekent ze op papier. Ik heb hem bezig gezien op AAF 2008. Hij zat op de vloer van GO Gallery te tekenen: de ene tekening na de andere.
Links
Anja van de Pol (vooral omdat ze zo helder schrijft over wat haar drijft, zie bijvoorbeeld Pastelkrijt):
Boesner Amsterdam
Rogier Samuels
Sergey Engel